Wat zegt een beeld ons over de werkelijkheid die eraan ontsnapt?

Marnix Rummens

Met de expo light drawings / concrete window toont beeldend kunstenares Ellen Schroven zes video's, geselecteerd uit een groeiend archief van dagelijkse observaties. Het zijn korte, verstilde registraties, gefilmd uit de losse pols. Ze ontstaan op een onbewaakt moment, wanneer zich een eigenaardigheid aandient die tot toenadering uitnodigt: een ongewoon perspectief, een schaduw die tot beeldverwarring leidt, een poëtische reflectie. De beelden zijn niet alleen ontwapenend pretentieloos en argeloos mooi, elk van hen bieden ze een bevreemdende invalshoek op de werkelijkheid. Als videografisch equivalent van de snapshot combineren ze een documentair karakter met een surrealistische toets. En in die wisselwerking tussen objectieve analyse en subjectieve dromerigheid ontwikkelt zich een universum waarin schijnbaar triviale beelden plots een bijzondere gelaagdheid onthullen.

 

Stuk voor stuk zijn de video's verkennende impressies van een zoektocht die zich vastberaden tot de buitenwereld richt, maar vooral focust op de manier waarop we die waarnemen. In een spel van objecten, reflecties en schaduwen worden uiteenlopende benaderingen van de werkelijkheid samengebracht. Dat levert composiete beelden op die zich niet meteen prijsgeven. Een blik door dubbel glas laat wolken aan een verschillende snelheid verglijden, een boom valt samen met zijn weerspiegeling in het water. Net zoals een kubistisch schilderij of een fotocollage van David Hockney profileert Schroven haar beelden als een meerduidig geheel waarop verschillende invalshoeken mogelijk zijn. Dieper begrip ervan vind je uiteindelijk niet in één, maar in de combinatie van verschillende perspectieven. Net zoals het beeld van onze twee ogen tegelijk een dimensie meer creëert.

 

Met beelden samengesteld uit zowel fysieke objecten als hun immateriële representaties -een boom en zijn spiegelbeeld- maakt Schroven in haar video's de essentie van het filmen tastbaar: de overgang van concrete realiteit naar virtueel beeld. Maar de spanning tussen fysiek object en visuele reproductie betrekt de kijker ook in een zoektocht naar de fundamenten van onze eigen ervaring. Door in haar video's materiële en immateriële componenten op hetzelfde virtuele niveau te plaatsen komen de ijkpunten van onze realiteitsbeleving immers op losse schroeven te staan. Kernbegrippen zoals origineel en representatie, materieel en virtueel volstaan niet langer om het getoonde te kaderen. In dat representeren van representatie speelt Schroven een spel met werkelijkheidsniveaus waarin het makkelijk verdwalen is. Als schimmen in Plato's grot bevragen de light drawings de werkelijkheidswaarde van ons kijken.      

 

Want wat is nog het onderscheid tussen een virtueel beeld en een lichamelijke waarneming, wanneer je beseft dat ook die laatste slechts een particuliere reductie is van de werkelijkheid, ditmaal in onze hersenen? Als we de realiteit begrijpen als wat we waarnemen, maar als onze waarneming per definitie beperkt is (want particulier), dan zien we al snel in dat we de realiteit in haar geheel nooit zullen kennen. Het staat gelijk aan het erkennen van een metafysische component van de realiteit, een deel dat letterlijk aan onze zintuigen ontsnapt. Maar vermits elke representatie van de realiteit steeds een afspiegeling is van een andere, kan een beeld ons dus wel indirect iets zeggen over de realiteit in haar geheel. Het is dit wat de video's in light drawings / concrete window lijken te suggereren. Pas in de spanning tussen wat direct wordt getoond en wat zich slechts indirect laat ontwaren laten ze hun volledige rijkdom voelen.

 

In al hun eenvoud geven deze beelden fenomenen weer die het beeldkader ver overstijgen. Een schaduw op een betonnen vloer suggereert een raam dat je niet te zien krijgt. In zeepbellen herken je een hand die zich nooit direct in beeld bevindt. In het gelijktijdig combineren van schijnbaar tegengestelde gezichtspunten wordt een twijfel opgeroepen die het vermoeden staaft dat de realiteit complexer is dan onze zintuigen laten uitschijnen. We zien geen gehomogeniseerde interpretatie die ons in staat stelt om het getoonde eenduidig te bevatten, maar ervaren de realiteit als inherent veelvormig en meerduidig. En net zo schetst Ellen Schroven met haar dromerige, schijnbaar achteloze captaties misschien wel een accurater beeld van de realiteit dan welke puur objectieve registratie ook. Niet zozeer door wat ze filmt maar door het perspectief waarin ze het getoonde plaatst.

 

De wisselwerking tussen de verschillende perceptiekaders waaruit elke video bestaat lokt je niet alleen voorbij de dichotomieën die onze dagelijkse waarneming kenmerken. Ze ontwikkelt ook een gevoeligheid van kijken. De blik die Ellen Schroven met haar video's oproept is een prille blik, letterlijk onbevangen, nog niet gedetermineerd door vaste onderscheidingen. Een concreet venster op de werkelijkheid als immer efemere schets. Waar elke verschijning meer kan zijn dan ze lijkt. En die blik blijft je bij. Als een herinnering aan de grondslag van het kijken waaruit elke realiteit ontspringt. Noem het poëzie. Beton dat door licht en schaduw doorschijnend wordt en veranderlijk. Water dat weerspiegelt in het bladgroen van een boom. Feestelijke vlaggetjes, als schaduw van de wind. Vuurwerk binnenskamers. Huizenhoog.

 

Tekst n.a.v. de tentoonstelling Light drawings / concrete window (2013) in wpZimmer 

 

 


© Ellen Schroven 2024